dinsdag 3 april 2018

SAWA. TERRASBOUW, BEWERKING EN PRODUCTIE.

HET CULTIVEREN VAN EEN HEUVELACHTIG GEBIED VOOR DE LANDBOUW.

TERRASBOUW.

Een terras in de landbouw is een afgevlakt stuk grond in een heuvel- bergachtig gecultiveerd gebied met als doel bodemconservering door het vertragen of tegengaan van de versnelde oppervlakte afstroming van irrigatiewater of regen water.
Deze grond is vaak onderverdeeld in meerdere terrassen, wat resulteert in een getrapt aanzien.
Deze vorm van landbouw voor de voedselvoorziening was reeds bekend bij de Inca's in Peru die rechte terrassen bouwden of gedraaid in een spiraalvorm naar beneden, met stenen wanden.


Een heel andere vorm van terrassenbouw komen we tegen op het eiland Bali (Indonesië), waar deze terrassen voorkomen op een hoogte van 1600 meter boven de zeespiegel en ze de vorm van de berghelling volgen, waardoor ze grillige vormen en verschillende oppervlakten hebben.
Het is een spectaculaire vorm van agricultuur die het vaak een beeld geeft van groene traptreden die langzaam naar de hemel opklimmen.
Deze vorm van cultuur komt men ook tegen in de Filipijnen en China.
Deze vorm van terrasbouw wordt in Indonesië  de sawa genoemd.
Het verschil met de terrasbouw van de Inca's, is dat men hier geen gebruik maakt van gestapelde stenen stenen muurtjes maar van aarden wallen en kleine smalle dijkjes.
In Europa kennen we een soort van terrasbouw in de druivencultuur op de hellingen van de rivieren in de wijnbouwgebieden.

SAWA TERRASBOUW.

Een sawa of sawah terras wordt niet achteloos tegen een berghelling aangelegd. De stand van de zon op deze helling is van groot belang voor de groei van de gewassen.
Voor de aanleg van deze terrassen wordt eerst de begroeiing van de helling gekapt en verbrand, waarna deze terrassen met de hand worden aangelegd door grote groepen agrarische communies onder toezicht van opzichters die weer verantwoording af dienden te leggen aan de heerser van het gebied. Men begon onder aan de helling met het afvlakken van het eerste deel en gebruikte de weggenomen aarde om daarmee de dijkjes rond het deel aan te leggen, welke later het water dienden tegen te houden bij het onderwater zetten van de gecultiveerde grond.
Volgend de vorm en glooiing van de helling ontstonden er grillige vormen.


Technisch een ingewikkeld, gecompliceerd delicaat werk, waarbij een zeer kundige kennis nodig was voor een goed watersysteem voor de bevloeiing van de terrassen.
Zonder meer was men afhankelijk van de regenperiode voor de bevloeiing van de sawa, maar men schrok er niet voor terug om een waterrijke bron langs de helling om te leiden en het water door middel van kleine sluisjes en kanaaltjes over de sawa's te verdelen.

Was een bepaald deel van de terrassen niet via een kanaaltje te bereiken, dan maakte men weer gebruik van de grote dikke stelen van de bamboe, welke men in de lengte door midden spleet , de dammetjes er uit verwijderde en het water er door liet stromen.
Zo verbouwde men reeds meer dan 2000 jaar rijst op deze terrassen.


Het onderhoud van deze terrassen is arbeidsintensief werk.
Bij zware regenval kunnen door het overstromen van de terrassen de dijkjes doorbreken. Maar de dijkjes zijn niet alleen om het water tegen te houden, er wordt ook over gelopen door de bewerkers van de sawa. Om ze stevigheid te geven laat men ze daarom vol groeien met een kort grassoort, de wortels hiervan houden de aarde vast.
Het is te danken aan het ingenieuze bewateringssysteem, dat men op sommige hellingen twee tot drie rijstoogsten per jaar heeft. 



BEWERKING EN PRODUCTIE.

De bewerking en productie van gewas op deze terrassen is veel intensiever, dan op de grotere vlakke sawa's. Op deze kleine percelen is het zelfs heden ten dagen nog steeds handarbeid.

Alvorens men er toe kan overgaan om het gewas te zaaien of te poten moet de grond omgeploegd worden. Nog nog gebeurt dit op de ze percelen met behulp van een span ossen voor een kleine ploeg bestuurd door de boer. Met een soort hark maakt men daarna het bodemoppervlak zo glad mogelijk.
In een klein perceel of een hoek van een groter perceel heeft men de nieuwe rijstplantjes in gezaaid om deze later in het omgeploegde perceel te poten. Deze werkzaamheden gebeuren over het algemeen in samenwerking van de dorpsbewoners. Is men meer kapitaal krachtig, dan heeft men gezamenlijk een kleine motorploeg in gebruik.




Het planten van de jonge rijstplantjes is zuiver vrouwen werk, die in een mandje de kluit jonge platjes bij zich hebben en deze in de natte boden poten in keurige rijen. 
Ook dit gebeurd over het algemeen in grote groepen vrouwen. Volgens de oude Balinese gebruiken, mag de vrouw bij deze arbeid niet ongesteld zijn.
Het water blijft op het perceel staan totdat de rijst volle vrucht draagt en geoogst kan worden.
Overvloedig water wordt afgevoerd door een smalle breuk in de dijk te maken of er een bamboe afvoerpijp in te steken.

Het overtollige water zal dan afgevoerd worden naar percelen, daar waar het water weer nodig is om de rijst te laten groeien.
Doordat men twee tot drie oogsten per jaar van deze terrassen kan oogsten, hebben deze hellingen ook een steeds variërend aan zicht, van spiegelend water. lichtgroen van de jonge aanplant, donkergroen van de volwassen plant en goudgeel van de rijpe aren aan de planten. 
Zo kan een sawa terras er in enige maanden heel anders er uit zien.



DE OOGST.

Het oogsten van de rijst op de sawa gebeurt als deze rijp is en men het water heeft laten weglopen van het perceel. Het oosten is weer een gemeenschap gebeuren en meestal ook het werk van de vrouwen en de mannen tezamen.
Op deze percelen kan men geen dorsmachines gebruiken en wordt het oosten nog met de sikkel gedaan.
De geoogste rijsthalmen worden in kleine schoven samengebonden en naar een centrale plaats gebracht om ze uit te slaan.




De geoogste rijstkorrel wordt hierna  in zakken naar een droogplaats vervoerd, waarna men het kaf van de korrel verwijderd.

Een geoogste sawa ziet er uit als een stoppelveld. Vaak verbrand men op het terras de resten van de halmen om deze later als bemesting om te ploegen. Het omploegen gebeurd dan pas als de stoppels verrot zijn door het onder water zetten van het terras. Hierna begint de cyclus van voren af aan weer.


ONKRUID EN ONGEDIERTE BESTRIJDING.

Onkruid wordt als de rijstplanten nog klein zijn met de hand verwijderd en vaak in een hoek onder begraven om als compost te dienen.
Uiteraard is een natte sawa en geliefde bron van water ongedierte.
Veel boeren gebruiken zolang als er water op de sawa staat goudkarpers om dit ongedierte op te eten, waarna deze vissen zelf uiteindelijk in de pan zullen verdwijnen na een tijd in schoon helder water te hebben doorgebracht om de grondsmaak te verwijderen.
Een andere oplossing is het houden van eenden, welke met een hoeder van perceel naar perceel trekken, om het ongedierte en algen op te eten. Ook zij verdwijnen na gedane arbeid en vetgemest in de braadpan.


Het gebruik van chemische kunstmest en bestrijdingsmiddelen tracht men zoveel mogelijk te voorkomen daar ander het grondwater, wat hier nog in veel huishoudens wordt gebruikt, hiermee vervuild wordt.

TRADITIE.

In enkele dorpen in het binnenland wordt de rijst nog op traditionele wijze gedroogd.
De aren worden gebundeld tot een stevige bos, waarna ze op het erf met de stelenbundel naar beneden, gedroogd wordt.
Na het drogen worden de bundels in een droge ruimte opgehangen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten