zaterdag 30 januari 2016

SPLITSEN, KLEDEN EN KLEEDKUIL. WAT IS DAT?

VOOR HET TOUWWERK, TROSSEN

EEN STAALDRADEN VAN HET SCHIP.



Ieder schip of het nu een zeischip is of een modern container- of passagiersschip heeft touwwerk aan boord, trossen en staaldraden om te meren en staalstroppen voor het hijswerk aan boord.
Een gebroken tros, staaldraad of stroppen worden gerepareerd of op lengte gemaakt door middel van splitsen. Dit heeft de naam "schiemanswerk".

SPLITSEN.


Splitsen ie een bewerking van touwer en staalkabels.

Dit kan in uit draden gevormde nagenoeg elke materiaal soort, maar hoe meer strengen hoe moeilijker het is.
Zo laat touw en kunststof zich zich met minder moeite splitsen dan staaldraad.
Het splitsen van meer dan vier strengen in touw, kunststof en staaldraad is meestal professioneel schiemanswerk. Een werk waarmee

over het algemeen de bootsman was
belast in opdracht van de eerste stuurman.
Bekende splitsen zijn de hier rechts afgebeelde korte splits, de lange splits, 
de oogsplits en de eindsplits of Spaanse takeling.
Bij het splitsen worden strengen of staaldraden aan het uiteinde uiteen gehaald en zo door middel van de andere ineen te vlechten een doorlopen verbinding tot stand te brengen.
De strengen worden ook wel kardelen genoemd.
Uit ervaring weet men dat in klassiek touwwerk drie doorsteken naar iedere zijde voldoende is, zo ook in de kunststof. Alleen staaldraad vraagt om meerdere doorsteken.



 (Spaanse takeling of eindsplits)

De bedoeling is dat het doorsteken en aanhalen een regelmatig gevormde splits oplevert. Het is daarbij van belang er op te letten dat de strengen zich niet uitrollen. Bij het splitsen van touw doet men de splits onder de voet rollen waardoor er een goede verdeling ontstaat.





Boven is een oogsplits weergegeven. In het oog kan als een extra versteviging een kous worden aangebracht, wat weer verstevigd in het oog wordt vastgezet. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat het oog dichttrekt als een spanning op komt te staan en men de pen van de eventueel aangebracht D-sluiting er niet neer in- of uit kan krijgen.



Links is een lange splits afgebeeld: van boven naar beneden, het uitdraaien; indraaien; samenvoegen; en het wegsplitsen

Aan het einde van een scheepstros, welke vroeger van touw was gemaakt en tegenwoordig van een kunststof, en ook aan de staaldraden om het schip mee aan te meren zit een grote los welke om de bolder op de kade wordt belegd. Dit is een van de zwakste punten en moet dan ook vaak weer door midden van splitsen aan de tros of staaldraad gemaakt worden.


De uiteinden van de strengen worden met speciale tapen afgewerkt om uitrafelen ervan te voorkomen. Ook wordt dit gedeelte wel bekleed.

Vaak wordt ook de lus van de tros bekleed om de lus te beschermen en het doorschuren van de strengen in de lus tegen te gaan.
(een tros kan een diameter hebben van 12 centimeter of meer)
Daar het rollen met de voet van een splitsing in tros wat moeilijker gaat dan bij gewoon touwwerk, wordt de splitsing met een houten hamer beslagen en zo een glad geheel te verkrijgen.



In plaats vandoor middel van splitsen van staaldraad maakt men tegenwoordig ook ogen in staaldraad door middel van het persen van persklemmen als de taluriklem over het rond een kous genomen eind en de draad zelf.


TALURITKLEM.

Taluritklem ook wel persklem, een metalen manchet die om een staalkabel wordt geperst. Dit wordt gedaan ter vervanging van de oogsplits. De kabel wordt door een ovalen persklem gestoken, rond de kous genomen en door de persklem teruggestoken.
Tussen twee passende, halfronde matrijzen wordt de manchet in een hydraulisch persje, voor kleine maten met een speciale tang, tot een ronde vorm gedrukt. het materiaal van de manchet is dan volledig tegen de buitenste draden van de kabel geperst, deze kan niet meer uit de klem glijden. 
voor gegalvaniseerd staaldraad worden manchetten van een lichtmetaallegering gebruikt, voor roestvrij staaldraad een koperlegering.
Het nadeel van persklemmen is, dat deze moeten worden beschermd tegen inwateren, omdat aan de binnenzijde van de klem metalen van een verschillende samenstelling in zeer goed geleidend contact met elkaar zijn; daardoor kan bij toetreding van vocht een galvanische werking optreden, wat een verzwakking kan veroorzaken. Vast opgestelde staaldraden met een persklem worden daarom ingesmeerd met bitumen en  bekleed.

KLEDEN OF BEKLEDEN.

Voor het kleden of bekleden wordt speciaal gereedschap gebruikt wat sinds de zeilvaart weinig is veranderd, alhoewel het tegenwoordig in de touwslagerijen ook machinaal gedaan kan worden, maar aan boord bij vast opgestelde staaldraden nog met de hand.






Men gebruikt hiervoor een kleedkuil, een kleedspaan of moskuil. het zijn houten werktuigen voor het bekleden van staal- touwwerk waarbij de slagen vaster gelegd kunnen worden dan met de hand mogelijk is. Er bestaan verschillende vormen. Sommige kuilen hebben de vorm van een houten hamer. Op de bovenkant van de hamer is een lange groef gemaakt die past om de te bekleden kabel.
Soms wordt dwars op de steel een klos bevestigd die het kleed- of het schiemansgaren bevat.
Dit garen wordt met een slag om de steel van de kuil gelegd on daarna een paar slagen om de kuil en het te bewerken touw of kabel. Om dunner touw of staaldraad te bekleden wordt een kleedspaan gebruikt. Aan de steel zit dan een spaan met holle onderkant en bolle bovenkant.


                                                       Kleden of bekleden van staaldraad.

Het kleden of bekleden is het omwinden van reeds getrensd en of gesmart touwwerk of staaldraad met schiemansgaren, huizing of marlijn, ter bescherming tegen weer en wind.
Trenzen: Een lijn, gewoonlijk huizing of marlijn, tussen de strengen van het touwwerk of staaldraad leggen om inwateren tegen te gaan en een vlak oppervlak te verkrijgen.
Smarten: Het getrensde touw omwinden met stroken oud geteerd zeildoek. Bij staaldraad gebruikt men jutte, gedrenkt in lijnolie of loodwit.
Deze stroken, ter breedte van ongeveer de omtrek ven het touw of draad, worden van onderen af aangebracht, dus afwaterend.
Marlen: Om het gesmarte zeildoek met halve steken een lijn aanbrengen. Het kleden van het gestrensde , gesmarte en eventueel gemarlde touw- of draadwerk geschiedt met behulp van een
kleedkuil.

Men werkt daarbij in de richting tegengesteld aan die waarin het touw- of draadwerk is geslagen.
Lapzalven: Is het van tijd tot tijd bewerken van de bekleding met Zweeds teer, die met een dot bruinwerk wordt aangebracht.
Als de teer goed droog is, ziet het beklede touw of staaldraad eruit alsof alsof het met een laag vernis bedekt is.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten