vrijdag 5 april 2013

STELLARIS M.S. SHELL TANKERS B.V. (DEEL 1)

S - TUNG KLASSE ALGEMEEN.


Het m.s. SARDA, m.s. STELLARIS en het m.s.SIDELIA zijn zuster schepen van elkaar. Alle drie de schepen werden in Japan op de Kawasaki Heavy Ind. scheepswerf gebouwd, tussen 1985 en 1987, in opdracht van Tung Shipping Ltd. uit Hong Kong. De schepen hadden bij hun tewaterlating echter een andere naam. Al de drie de schepen werden voor vijf jaar vercharterd aan Shell Tankers b.v. waar ze een nieuwe naam kregen.

De schepen werden voortgestuwd met een vijfbladige schroef welke werd aangedreven door een 5 cilinder B&W motor van 12.000 pk. De machine controlekamer voor de automatisering van de gehele machinekamer installatie bevond zich in de machinekamer met daaraan vast een airconditioning uitgeruste werkplaats.
De romp van deze schepen was van hoogwaardig staal opgebouwd, welk ook gebruikt werd bij de bouw van Marine schepen. Dunner plaatstaal en zodoende gewicht besparend.

Het verhaal gaat: Toen bij de tewaterlating en de doop van de Sarda, de vrouw van Tung, de zeer 'spartaans' ingerichte accommodatie zag, maakte ze hier gelijk een opmerking over tegen haar man; "Zo kan een zeeman niet maanden lang leven op het schip". Ze drong er op aan dat alles beter moest worden ingericht. Het resultaat was duidelijk te zien aan boord van de later afgeleverde schepen.


M.S. STELLARIS.

08-09-1989 T/M 15-01-1990.


Op 08-09-1989 stapte ik te Singapore aan boord van het m.s. Stellaris. Een schip met een draagvermogen van 88.186 brt. Gebouwd in 1985. Ik had al eerder twee contracten gemaakt op het twee jaar later gebouwde schip het m.s. Sidelia..


( Al eeuwen lang bevaren deze scheepjes de wateren in het Verre Oosten.)

Met de Stellaris verbleven we constant in het Verre Oosten, daar er sprake van was dat na beëindiging van het 5 jaren charter contract het schip verkocht zou worden door Tung, de eigenlijke eigenaar.  


( Schepen ten anker op de rede van Singapore.)

De lading die we aan boord hadden zou overgepompt worden op de rede van Singapore in een kleinere tanker maar deze liet nog even op zich wachten.


( Scheepjes met kleurrijke zeilen verzorgen de lokale handelsvaart. Op de achtergrond de raffinaderij van Singapore.)


Eindelijk verscheen dan het lichterschip het m.s. Congo River. 


Het schip was een grote roestbak en ook het langszij komen verliep niet zo als het behoorde te gaan.


De beide voorschepen bijna op gelijke hoogte, maar dan schiet de Congo River ineens door naar voren daar ze te veel motor vermogen gebruikte.


Om haar positie te corrigeren sloeg het schip met de schroef achteruit, maar weer met te veel vermogen  en ramde met haar uitklapbare kraan op haar achterschip onze stuurboord brugvleugel. Buiten een stevige deuk en een kapotte schijnwerper viel de schade gelukkig mee.


Na een tweede poging gelukte het de Congo River eindelijk goed langszij te komen.


Beide schepen uiteindelijk goed langs elkaar gemeerd. Maar we hadden gelijk een bijnaam voor het schip; de m.s. Congo Rust (roest).


Het overpompen van de lading kon gaan beginnen en zou in twee gedeeltes worden gedaan. Daar we buiten de territoriale wateren van Singapore lagen hadden we ook geen gelegenheid om de wal op te gaan met behulp van een bootje.


Enorme zware tropische regenbuien pakken zich samen aan de horizon.


Ook de stad Singapore zou een aardig buitje te verwerken krijgen.

Intussen werd het zeker dat we na een mini dokbeurt tegen het einde van het jaar het schip zouden overdragen aan een nieuwe eigenaar. Maar welke; daar werd nog geheimzinnig over gedaan.  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten