zaterdag 19 februari 2011

THORN - DE ABDIJKERK. (2)




THORN - DE ABDIJKERK.





ABDIJKERK of SINT MICHAËLKERK.


Grote delen van deze kerk stammen uit de 14e eeuw. Het was vroeger de stiftkerk van de Benedictijner Rijksambt in Thorn. Het gebouw is een gotische kruisbasiliek en heeft een oostelijke crypte onder de kruising liggen en het koor. In het zuidelijke dwars pand, dat ooit dicht bij het paleis van de abdis lag, is een verhoogd 'vorstinnenkoor'. De onderbouw van de toren is een restant van een oudere romaanse kerk die daar gestaan heeft.
Na de opheffing van het klooster in 1797 werd de oude parochiekerk gesloopt en nam de gemeente deze kerk in gebruik. In de 19e eeuw werd de kerk grondig gerestaureerd door de beroemde architect Cuypers. Deze liet de oostelijke kapellen slopen en verhoogde de toren en plaatste rond de torenspits nog vier kleine spitsen
Het gehele interieur van de Abdijkerk is in barok uitgevoerd, wat zeer zeldzaam is voor een Nederlandse kerk.Het hoofdaltaar in de kerk is van Franz Bader uit 1769 en is sedert 1782 in Thorn. De centrale groep stelt de aanbidding van het kerstkind door de herders voor. Midden in de kerk hangt een houten Marianun uit de 16e eeuw.






DE MUMMIE EN HET RELIKWIE.



In de crypte van de kerk bevinden zich enkele menselijke overblijfselen.
De mummie van Thorn is op natuurlijke wijze ontstaan. Men geloofde dat het om de overblijfselen zou gaan van de kanunnik Quanjel die in 1780 is overleden. Bij nader onderzoek bleek de mummie veel ouder te zijn en zou uit omstreeks 1640 stammen. In de 19e eeuw heeft men de mummie in een priesterkleed gestoken. De mummie ligt opgebaard in een glazen sarcofaag met klimaatbeheersing.
In de crypte staat ook een loden kistje met een aantal botten er in. Men ging er van uit dat deze van Hilsondis zouden zijn, gravin van Strijen, die samen met haar man Ansfried de abdij van Thorn stichtte in 992. De ouderdom van de botten werd door recent onderzoek onderschreven.
Een ander relikwie is een gemummificeerde onderarm. Deze werd vereerd als een overblijfsel van de heilige Benedictus van Nursia. Bij onderzoek bleek dat de onderarm uit de periode 1050-1200 zou dateren en dus nooit van deze heilige zou kunnen zijn. Ook is er bewezen dat Benedictus volledig ongeschonden is begraven in de abdij van het Franse Fleury in Saint-Benoît- sur- Loire.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten