vrijdag 24 september 2010

KASTEEL DAELENBROECK in HERKENBOSCH.












Mijn eerste kennis making met het Landgoed Kasteel Daelenbroeck dateerd uit 1970.
Het gehele complex was verwaarloosd en door het groen van de natuur overwoekerd.
Via een verwilderd laantje kwam je bij een stenen boogbrug uit die de dichtgegroeide
gracht overbrugde en toegang gaf tot het vervallen poortgebouw uit 1707.
Van het oude kasteelcomplex was niets te zien zo was het overwoekerd.




Daelenbroeck wordt al in 1212 genoemd; Godfriet I. Heer van Heinsberg (Duitsland). bouwde het eerste slot in het begin van de 14e eeuw.

In de 15e eeuw huwde de freule van Heinsberg met Hendrick Jan, Graaf van Nassau-Vissener. In 1550 bouwt Willen van Vlodrop een nieuw kasteel. Het kasteel kreeg hierna veel verschillende bewoners.
Toen in het begin van de 18e eeuw de Spaanse-Nederlanden aan de Oostenrijkse Habsburgers toekwamen werd Daelenbroeck door de hertog van Gulik geruild tegen Erkelenz, verder oostelijk gelegen op Duits gebied, wat in die tijd Brabants was.
Het geheel is later inclusief de in de lager gelegen polder boerderij in handen gekomen van de baron Pélichy uit België


                                                      (Het kasteel en landgoed in 1970.)

In 1972 is het landgoed, wat 6,5 hectare groot is, intussen eigendom van de heer P. ter Berg uit Zuid-Laren. Het kasteel werd in het begin 19e eeuw door de Fransen verwoest. Alleen de bijgebouwen en de binnenplaats bleven enigszins in redelijke staat achter. Samen met de Rijksdienst voor Monumentenzorg werd er een aanvang gemaakt voor de restauratie van dat wat was overgebleven van dit eens zo statige kasteel met zijn bijgebouwen. De naast het huidige kasteel liggende ruïne resten, zoals funderingen en kelders, van het oude kasteel zouden in een later stadium worden opgeknapt.


Na ruim 5 jaar hard werken was de oude woning weer bewoonbaar , in de 17e eeuwse stijl aangekleed, en de binnenplaats plus stallen in oude glorie hersteld. Ook het gebouw naast de toegangstoren heeft na de restauratie een woonbestemming gekregen.
In de oude paardenstallen werd met behoud van het karakter een fraaie expositieruimte ingericht. Op 14 mei 1977 werd het geheel in gebruik genomen.



Nadat het Kasteel Daelenbroeck 20 jaar eigendom is geweest van de Heer P. ter Berg zette hij dit 'tweede huis' te koop voor 1.95.000 gulden. In 1993 is het na enige verbouwingen geopend als een 'a la card restaurant', wat de beschikking heeft over een aantal prachtige zalen voor vergaderingen, besloten diners en feesten.





woensdag 22 september 2010

DE KARDINAALSMUTS.



               DE KARDINAALSMUTS.



Een kardinaal draagt een baret oftewel bonnet, een alpino-achtige pet.
De kardinaals bonnet heeft drie gleuven tussen drie ribben die in het midden samenkomen bij een friole ponpon. Het geheel is rood van kleur.
Het hoofddeksel heeft erg veel weg van de vruchten van de kardinaalsmuts (Euonymus), de struik of op stam bloeiende plant die in het najaar vrucht draagt in het wild of in de tuin.




De Kardinaalsmuts is een geslacht van ongeveer 180 soorten uit de kardinaalsmuts familie (Celastraceae). Het geslacht bestaat uit groenblijvende en bladverliezende struiken of kleine bomen. Het geslacht heeft een enorm groot spreidingsgebied in Europa, Australië, Azië, Madagaskar en Noord-Amerika.
De bladeren staan tegen over elkaar geplaatst of bij enkele soorten afwisselend. Ze zijn ellipsvormig, 2 tot 15 cm lang en meestal fijn getand.
De bloemen zijn onopvallend en groen-wit van kleur.
De vrucht en daar krijgt de plant zijn naam aan te danken, is een rozerode, vier- of vijfhoekige doosvrucht, die open splijt waarbij de vlezige , oranje gekleurde zaden te voorschijn komen.
De zaden zijn een delicatesse voor de vogels, die ze na ze gegeten en verteerd te hebben weer uitscheiden waardoor deze plant zich weer verspreid wordt.

ALLE DELEN VAN DE PLANT ZIJN GIFTIG VOOR DE MENS!

De Engelse naam voor deze plant is 'Spindle Tree' , daar het hout vroeger werd gebruikt voor het vervaardigen van spoelen voor het spinnen.

( Nu de vraag: Wie was er eerder op deze wereld, de Kardinaal of de plant ?)
(Zoiets als de kip en het ei. )


dinsdag 21 september 2010

MESTKEVERS OP DE MEINWEG. HERKENBOSCH.



MESTKEVERS OP DE MEINWEG. 

HERKENBOSCH.




De oude Egyptenaren vereerden deze kevers.

Kepri was een scheppergod in het Oude Egypte die later de verschijningsvorm van de zonnegod Ra werd. De Egyptenaren geloofden dat de god uit zichzelf was ontstaan.

Zijn associatie met de mestkever of scarabee lijkt niet van zelf sprekend, maar kan toch duidelijk verklaard worden.

Enerzijds duwen ze hun zaad in een grote mestbal die ze voor zich uitrollen.

Dit is vergelijkbaar met de zonnebaan. Hun associatie met de zelfschepping komt voor de Egyptenaren waarschijnlijk voort uit het spontaan ontstaan van mestkevers in de mest.



De gewone mestkever leeft in bossen, hooilanden en heidevelden, waar ze met hun stevige poten mestballen vormen uit mesthopen of vlaaien voor zowel eigen consumptie als voor de larven. In het laatste geval brengen ze de mestbal in een tunneltje wat wel 60 centimeter diep kan zijn. Deze kever is meestal actief in de nacht, een koppeltje werkt samen om de tunnel uit te graven en te voorzien van meerdere kamertjes waarin naast de voorraad mest in ieder kamertje een ei wordt gelegd. In deze kamertjes ontwikkeld zich de larve, die zijn eigen gewicht aan mest eet per dag. Tegen het einde van de zomer vindt de verpopping plaats maar de volwassen kever komt pas het volgende voorjaar naar buiten. Doordat de mest diep in de grond wordt gebracht en de tunnel is volgestouwd wordt is de rol van de mestkever gezien als de bemester van het land.
De kever heeft een bol achterlijf en is altijd zwart en glanzend. Het beestje heeft een kleine kop met twee geveerde antennes. De poten zijn glanzend, zeer stekelig met duidelijke sporen. De maximale lengte is ongeveer 25 millimeter.






zondag 19 september 2010

HERFSTWANDELING OP DE MEINWEG. HERKENBOSCH.

HERFSTWANDELING OP DE MEINWEG. 

                    HERKENBOSCH.


Alhoewel de bladeren aan de bomen net beginnen te kleuren voordat ze gaan vallen, kleurde de bodem onder de bomen reeds door de vele paddenstoelen in het Nationaal Park 'de MEINWEG'.

Het park is gelegen te oosten van Roermond en valt onder de gemeente  Roerdalen.
Roerdalen is een samenvoeging van de Limburgse gemeenten Montfort, Sint Odiliënberg, Posterholt, Melick, Herkenbosch en Vlodrop.
Het natuurgebied biedt een afwisselend landschap met een grote rijkdom aan plantensoorten en strekt zich over de Duitse grens voort. Ook de omvang en de soorten van amfibieën- en reptielenpopulatie zijn uitzonderlijk in Nederland.




Geologisch is het van grote betekenis door het, in ons land unieke, terrassenlandschap met steile overgangen tussen de terrassen. Deze zijn het gevolg van inscheuringen van de rivier de Maas en verschuivingen en breuken in de aardkorst aan de Peelrand breuk.
Onderlinge hoogte verschillen tussen de terrassen bedragen enkele meters tot zelfs 30 meter.
Door de insnijdende erosie van water zijn, dwars op de treden, twee beekdalen ontstaan: het dal van de Roode Beek en dat van de Boschbeek.

DE NAAM.

De naam 'Meinweg' komt van het Oudnederlandse woord 'gemeynte', dat gemeenschappelijk betekend. Het heeft verder niets te maken met mijnbouw, zoals vaak gedacht wordt. Er werd in het verleden wel hout gekapt uit de Grove-den voor de mijnbouw en ligt in het gebied de voormalige Staatsmijn Beatrix die nooit productief is geweest.


woensdag 15 september 2010

THEE.



THEELEUTEN !


De Britten staan bekend als de theedrinkers bij uitstek, maar ook de Nederlanders drinken grote hoeveelheden thee. 'Tea' is in Engeland een hoogte punt van de dag waarbij cakejes, sandwiches en andere lekkernijen worden geserveerd. Meestal na vier uur in de middag en wordt zelfs als een lichte avondmaaltijd gebruikt.

Thee kan je drinken uit een kopje zoals wij dat kennen, uit een glas zoals de Russen het drinken of uit een kommetje zoals in Japan en China dat het land van de herkomst is van de thee. Thee is verkwikkend en dorstlessend en je kan het warm en koud drinken. Sommige mensen drinken het met een scheutje melk, andere met een schijfje citroen of enige blaadjes mint.


Thee heeft zijn oorsprong in het oude China. Volgens een oud Chinees verhaal heeft Keizer Sjen Noeng ongeveer 5000 jaar geleden de thee ontdekt.
"Op een mooie namiddag zat de Keizer onder een mooie groene struik wat te rusten en dronk hij een kommetje warm water, iets wat alleen was toebedeeld aan hoog geplaatste personen. Een verkoelende bries blies enige blaadjes van de struik die ongemerkt in de kom warm water van de keizer vielen. De Keizer dronk het water toch op en kwam tot de ontdekking dat het een aangenaam aroma had gekregen.
Zo kwam het dat hij in het vervolg het water nuttigde met enkele blaadjes van die struik". Deze verkwikkende drank kreeg de naam 'cha', het Chinees voor thee.

Niet lang na dit voorval kende China talloze theeplantages. Via Arabische handelaren kwam de thee in Europa terecht in kleine hoeveelheden wat de prijs ervoor tot een vermogen deed opjagen. Nederlandse koopvaardijvaarders maakten in de 17e eeuw kennis met de thee tijdens hun ontdekkingsreizen naar het Verre-Oosten. Handelaren zagen enorme verdiensten in dit product en steeds meer schepen werden er ingezet om de thee uit de Oost te halen.
Het was een product dat enorme winsten opleverde.
Zo werden in Engeland omstreeks 1840 snelle zeilschepen gebouwd (tea-clippers) om snel de thee uit het Verre-Oosten te halen.
Het werd een mode drank in hogere kringen in Londen, Amsterdam en Parijs. Tot in de 18e eeuw was thee de drank voor de welgestelden en zeer rijken. Eén ons thee koste een kapitaal. Een normale werkman kon het zich niet permeteren. Een voorbeeld hiervan zijn de theekoepels (huisjes) in de tuinen van de herenhuizen aan de oevers van de rivier de Vecht.


De VOC importeerde thee uit China, dat een monopolie had op het verbouwen van thee.
In de 19e eeuw legden de Nederlanders, om het monopolie van China te ontduiken, theeplantages aan op Java en Sumatra. De Engelsen deden dat in India en op Ceylon, het huidige Sri Lanka.
De theeplant is een groen blijvende struik of kleine boom die 17 meter hoog kan worden, maar meestal onder de twee meter wordt gesnoeid. De plant groeit het beste in heuvel- en berglandschap in de tropen tot op een hoogte van 2500 meter.
Veel mensen die Indonesië hebben bezocht kennen de theeplantages in de Puncakpas op Java. Van de theestruik worden met de hand alleen de jonge groene blaadjes geplukt en meestal door vrouwen. Na het oogsten worden de theebladeren eerst gedroogd, waarbij afhankelijk van de regio 70% vocht verdwijnt uit het blad. Dit droogproces kan 12 tot 15 uur duren.


Hierna worden de bladeren gerold of gekneusd. Het vocht (celsap) wordt tijdens dit proces opgevangen en later weer aan de bladeren toegevoegd. De fijn gemaakte bladeren worden geoxideerd (fermitatie), gedroogd en gesorteerd. Hierdoor krijgt de thee zijn donkere kleur.
De bloemen van de thee zijn wit/geel met een diameter van 2,5 tot 4 centimeter en met 7 tot 8 bloemblaadjes.





Thee die niet gefermenteerd wordt staat bekend als 'groene thee'.
Veelal worden mengsels van andere bladeren of vruchten aangeboden onder de naam van thee, maar hier zit dan echt geen origineel theeblad in verwerkt.


dinsdag 14 september 2010

KOFFIE.



EEN BAKJE TROOST.


De een staat er mee op en de ander gaat er mee naar bed. De een geniet van een enkel kopje en de ander kan er liters van drinken op een dag.
Het is een dagelijks genotsmiddel geworden en een ieder drinkt zijn koffie zoals hij of zij het bakje het lekkerste smaakt; koffie verkeerd, cappuccino, expresso of een oude pruttelkoffie. Het is s'lands wijze smaak en eer
Volgens de Turken moet koffie zo zwart zijn als de nacht, zo sterk als de dood en zo zoet als de liefde.



Koffie werd rond de 17e eeuw vanuit het Midden-Oosten via Turkijë naar Europa geïntroduceerd.
In het Midden-Oosten was koffiedrinken aan het einde van de 15e eeuw een dagelijks ritueel, dat deel uitmaakte van de samenleving en de gastvrijheid. De Arabieren worden dan ook beschouwd als de eerste koffie drinkers.
Ontdekkingsreizigers, handelslieden komen einde 15e eeuw en 16e eeuw in het Midden-Oosten terecht en maken kennis met de koffiehuizen aldaar en de daar bestaande gebruiken aangaande koffie drinken. Ze horen van de legendes over de koffie. De drank zou vermoeidheid en slaperigheid verdrijven en had daarbij ook nog een lekkere smaak. Zo raken de Europeanen geïntrigeerd. De handelaren raken geïnteresseerd en zo komt rond 1615 het eerste schip met koffie uit Turkije in Europa aan en begint de koffie de markt te veroveren.


Tegenwoordig neemt Brazilië een kwart van de wereldkoffie-
productie voor zijn rekening, terwijl andere Zuid-, Midden-Amerikaanse landen, zoals Niraqua, Colombia, Mexico, Guatumala, Costa Rica en Honduras gezamenlijk ook een kwart verbouwen. Tal van andere landen zoals; Indonesië, India, Ethiopië, Ivoorkust en Oeganda telen koffie.
Koffie groeit tussen graden Noorderbreedte en 25 graden Zuiderbreedte in streken met een overvloedige regenval en een gemiddelde temperatuur van 18 tot 25 C.
De koffiebes groeit aan een struik. De bloesem is wit en ruikt heerlijk zoet. Het duurt gemiddeld 3 tot 5 jaar een de koffiestruik vrucht zal dragen en bessen produceert. In elke koffiebes zitten twee bonen. Na de oogst worden de bonen van hun schil en pulp ontdaan alvorens ze te branden.


Er bestaan drie hoofdsoorten koffie: Arabica, Robusta en Liberica. Andere bekende soorten zijn: Santos, Rain Forest, Verapaz, Sulawesi, Java, Bali en Coorg Parel.


woensdag 8 september 2010

OPROEP SCHIPPER ex. R.P.8. ( 'KLEINE RAAF').




OPROEP SCHIPPER EX. RP 8. 

            (KLEINE RAAF)








R.P.8

Tijdens Sail-2005 ben ik bij u aan boord geweest. Intussen heb ik nog enige zwart-wit opnamen gevonden van de R.P.8 en de vaste politie bezetting gemaakt op de Maas boven Venlo.
Tijdens mijn bezoek aan Sail-2010 naar uw scheepje op zoek gegaan wat volgens mij nu de 'Kleine Raaf' heet.
Via andere ex. R.P scheepjes bezitters bij Peter Jongsma de penningmeester van de VDMS terecht gekomen en bij hem de opnamen achter gelaten.
Mocht u dit lezen of bent intussen de nieuwe eigenaar van de ex. R.P.8 neem dan contact met mij op of met Dhr. Jongsma als u alsnog interesse heeft in de opnamen.


zondag 5 september 2010

MODERNE GRACHTEN OP JAVA-EILAND AMSTERDAM.


           MODERNE GRACHTEN 

                OP JAVA-EILAND. 

                  AMSTERDAM.






(klik met de linkermuisknop op de afbeelding om deze vergroot te bekijken)

Tijdens de Sail-dagen regelmatig op het Java-eiland geweest na met het pont vanuit Amsterdam-Noord het IJ over gevaren te zijn.



Op het Java-eiland stonden vroeger opslagloodsen voor de goederen aangevoerd door de zeeschepen op te slaan. Nu is het een groot modern woongebied waarvan de kades, parken en de kleine grachten allemaal Javaanse namen dragen. De Serang-,Majang-, Lamong- en de Brantasgracht doorkruisen het eiland en verbinden de IJ-haven met het IJ. Ook aan de kades van deze kleine moderne grachten afwisselende grachtenpanden en leuke kleine bruggetjes over het water met daarin kleine bootjes. Het is echt Amsterdam.


FARWELL SAIL AMSTERDAM 2010.




FARWELL SAIL AMSTERDAM 2010.








Helaas duurde Sail 2010 één dag korter dan Sail 2005. Het is dan ook onmogelijk om alles mee te maken gedurende de Sail-dagen en zo ook het maken van afbeeldingen van al de aanwezige schepen om daarbij later een beschrijving bij te voegen. Bij een dergelijk evenement zou je wensen dat je je zelf in tweeën kan splitsen. Voor veel mensen had Sail zeker een week mogen duren. Ik hoop dat ik jullie enige impressies heb mogen geven op dit blog van dit geweldige nautische evenement. Alsof er nog geen 'Vliegende Hollanders' genoeg op het water waren, zo verscheen er dan ook nog één in de lucht.



Rukwinden en stortregens teisterden de ochtend van Sail-Out op 23 augustus 2010.
Eer ik dan ook aan de kade van het IJ was in Amsterdam-Noord, was ik dan ook volledig doorweekt en moest constateren dat de meeste schepen reeds vertrokken waren.
Nog snel een opname gemaakt van de vertrekkende Kruzenshtern.

Het was zo als één officier van de Shabab Oman riep; "De natuur huilt en Nederland huilt omdat we vertrekken".

FAREWELL !


donderdag 2 september 2010

THOR HEYERDAHL. SAIL AMSTERDAM 2010.


THOR HEYERDAHL - DUITSLAND. 

           SAIL AMSTERDAM 2010.




De Thor Heyerdahl is een stalen motorschip met zeiltuig. De lengte is 42 m, de breedte 6,35 m. en de diepgang 4,3 m. Het schip is getuigd als een topsailschoener en heeft een zeiloppervlak van 830 m².  Thuishaven is Kiel in Duitsland.



Het schip werd oorspronkelijk gebruikt door Noorse wetenschappers en avonturiers. Vervolgens werd het schip 50 jaar gebruikt als vrachtschip. Het is tot een schoener omgebouwd van 1979 tot 1983.
Thor Heyerdahl is een geregistreerd schip van de Traning Associatie Duitsland en wordt als trainingsschip gebruikt vanaf 1983.


In 2007 werd het schip opnieuw omgebouwd waarbij nieuwe beveiligingsapparatuur is ingebouwd. Vanaf oktober 2009 werkt het schip samen met de Friedrich Alexander universiteit Erlangen-Nünberg als trainingsschip.


GROSSHERZOGIN ELISABETH. SAIL AMSTERDAM 2010.

GROSSHERZOGIN ELISABETH -

              DUITSLAND. 

      SAIL AMSTERDAM 2010.


De Grossherzogin Elisabeth is een top schoener met een stalen romp met een lengte van 64,42 m, een breedte van 8,23 m. en een diepgang van 2,7 m.
De hoogte is 33 m. en het zeiloppervlak 1010 m².
Bouwjaar 1909. Thuishaven Elsfleth in Duitsland.




In 1908 zonk de schoener San Antonio na een lichte aanvaring met de Emden van de keizerlijke Duitse marine, die tevens voor de schade moest opdraaien. Een jaar later werd in Nederland de nieuwe San Antonio opgeleverd. Na een mooie tijd werd het schip enigszins verwaarloosd, totdat een Hamburgse kapitein het gevaarte in 1973 kocht en verbouwde. Het kreeg daar de naam Ariadne. In 1982 is het schip omgedoopt tot Grossherzogin Elisabeth.


woensdag 1 september 2010

SØRLANDET. SAIL AMSTERDAM 2010.


   SøRLANDET - NOORWEGEN.

       SAIL AMSTERDAM 2010.


De Sørlandet is een driemastvolschip met een stalen romp, een lengte van 66 m, een breedte van 9 m. en een diepgang van 4,5 m.
Hoogte 35 meter en een zeiloppervlak van 1166 m².
Bouwjaar 1927. Thuishaven Kristiansand in Noorwegen.


De Sørlanded is een van de kleinste, vol getuigde trainingsschepen. Het schip heeft een rijke geschiedenis. Ooit gebouwd als trainingsschip, maar naderhand vooral gebruikt voor transport.
In de jaren dertig was het het eerste Noorse schip dat een Atlantische oversteek maakte.
In de Tweede Wereldoorlog kwam het schip in Duitse handen. Gedurende de oorlog werd het zwaar beschadigd, en uiteindelijk diende het als opslagdepot.
In 1948 was het schip weer gereed om te zeilen en dan ook wel echt zeilen daar het pas in 1958 werd uitgerust met een motor.





Vanaf het begin jaren '80 werd de Sørlanded, naast trainingsschip, steeds meer gebruikt als cruiseschip. Zo voer zij in die hoedanigheid onder andere een paar maal tussen de Bermuda-eilanden en Boston. Later werd zij ingezet voor tweeweekse zeilcruises op de Noordzee.
Halverwege de jaren '90 werkte de Sørlanded in nauw verband met de Noorse marine, de Noorse organisatie voor scheepseigenaren en het lokale centrum voor Werkgelegenheid. Om nieuwe zeevaarders te werven, organiseerden zij zes weekse opleidingen voor zeilen in het algemeen en voor het uitoefenen van het zeemanschap in het bijzonder.
Tegenwoordig is het schip eigendom van de Stichting Sørlanded Seilende Skoleskib. Dit instituut wordt bestuurd en deels gesubsidieerd door het Noorse Ministerie van Cultuur. Het schip maakt wintercruises in het Caribische gebied en zomercruises in de Noorse wateren. De cruises op de Sørlanded zijn toegankelijk voor iedereen tussen de zestien en vijfenzeventig jaar, ongeacht nationaliteit.